'Hier vallen tenminste geen bommen op mijn winkel'

Een paar maanden geleden was ik bij de Antwerpse vreemdelingendienst om mezelf als inwoner van de stad te laten inschrijven. Ik moest een gezondheidsverklaring en een verklaring van goed gedrag meenemen. In de rij stond ik tussen Turken, Syriërs, Congolezen, Nigerianen en Albanezen. Mijn registratie was niet meer dan een formaliteit, naar mijn verklaringen werd niet eens gekeken.

Blog
Vluchtelingen

Ik heb langer in de rij gestaan dan aan het loket. 'Ja hoor, dank u mevrouw, het is goed zo.' Formuliertje, stempeltje erop, klaar. De rest van de rij had aanzienlijk langer nodig en een veel dikkere stapel papieren bij zich. Ach ja, dacht ik, het voordeel van een Europees paspoort in een Europees land.

Caïro

Maar het deed me ook denken aan mijn vele aanvragen voor verblijfsvergunningen in Egypte, waar ik ruim vijf jaar heb gewoond. Bij het visumkantoor in Caïro hoefde ik niks van gezondheidsverklaringen of wat dan ook mee te nemen. Alleen mijn paspoort en wat geld. Aan het eind van de middag lag mijn paspoort klaar met een nieuw visum erin. Vanaf midden 2013 stonden er opeens ook een heleboel Syriërs in de rij. Waar ik dan achter ging staan, want zo werken wachtrijen.

Het is bizar dat je alleen maar aan de hand van waar je toevallig geboren bent altijd in het voordeel bent

Ik werd er altijd uitgepikt door een medewerker van de visumdienst en naar de voorste plaats in de rij gedirigeerd. Wanneer ik 's middags terugkwam om mijn paspoort met visum op te halen stonden de Syriërs er bijna allemaal nog. Zelfs buiten Europa heb je profijt van een Europees paspoort. Het is bizar dat je alleen maar aan de hand van waar je toevallig geboren bent altijd in het voordeel bent.

Babbeltje

In Egypte was het aanvragen van een werkvisum voor mij ook geen moeite, in vergelijking tot wat Syriërs en Sudanezen daar voor moesten doen (en betalen). Als ze er al een kregen. Voor mij was het een wandeling naar het perscentrum, een babbeltje met de medewerker waar ik een formulier en een stempel van nodig had en dan weer even lopen naar het visumkantoor. Daar hoefde ik niet in de rij te gaan staan, maar was er een apart perskantoortje, waar meestal al een aantal collega’s zat te wachten tot ze bij de medewerker aan het bureau konden aanschuiven om wat gegevens in te vullen, pasfoto’s af te geven, iets minder dan twee euro te betalen en weer weg te gaan.

Je kreeg een strookje papier mee met een telefoonnummer erop. ‘Volgende week even bellen of je visum klaar is.’ Na drie weken en tien keer bellen was het meestal wel geregeld en mocht ik weer een jaar legaal werken. Naar Egyptische standaarden geen enkele moeite.

IJsje

Op een dag stond ik een ijsje te eten bij de Syrische banketbakker bij mij om de hoek toen er twee politieagenten binnenkwamen. Ik wilde me uit de voeten maken (politie in Egypte is nooit goed nieuws), maar nog voordat ik bij de deur was had de bakker al een stapel bankbiljetten uit zijn kassa gegraaid en aan een van de agenten gegeven.

Onder de toonbank stond een tas met koek en gebakjes klaar die hij aan de andere man gaf. En zonder een woord gewisseld te hebben waren ze weer weg. ‘Sorry, waar hadden we het over?’, ging de bakker verder alsof er niks gebeurd was.

Ritueel

Het bleek een maandelijks ritueel te zijn, anders zou de lokale politie zijn bakkerij sluiten en werd hij het land uit gezet. En de bakker was zeker niet de enige. Ook de Syrische falafeltent aan de andere kant van de stad waar ik iedere vrijdag een broodje at werd door de lokale politieafdeling afgeperst. En het Syrische restaurant achter de bioscoop en het lokale theehuis dat veel Syriërs in dienst had. Eigenlijk iedere Syriër die de bakker kende met een eigen zaak.

Waarom zou ik een paar dagen in de rij gaan staan als ik daarna alsnog iedere maand smeergeld moet betalen om niet het land uit gezet te worden?

Velen van hen hadden niet eens een werkvisum. Of zelfs maar een verblijfsvergunning. De steekpenningen waren hun toegangspoorten tot het land. ‘Waarom zou ik een paar dagen in de rij gaan staan als ik daarna alsnog iedere maand smeergeld moet betalen om niet het land uit gezet te worden?’ vroeg de bakker zich af.

Advocaat

Toen ik hem vroeg waarom hij niet naar een advocaat stapte, of een mensenrechtenorganisatie, voor hulp, lachte hij minzaam. Een kennis die dat had geprobeerd was nu weer terug in Syrië. ‘En dat was niet vrijwillig’, voegde hij daar nog veelbetekenend aan toe.

‘Ik weet niet beter dan dat ik als tweederangsburger behandeld ben. Zelfs in mijn eigen land, Syrië. Egypte is ook niet bijzonder aardig voor ons, maar hier vallen tenminste geen bommen op mijn winkel’, relativeerde hij. ‘Wil je nog een ijsje?’

Meer informatie?Neem contact op met:

Ester Meerman

Afbeelding