Moslimvrouwen geven de islam actief vorm

Vier vragen, vier antwoorden. Ditmaal met Sahar Noor die onderzoek verrichte naar de vrome activiteiten van geboren en bekeerde moslimvrouwen in Nederland en België. 'Vrome moslimvrouwen zijn de islam actief aan het vormen en geven hun religie nieuwe betekenissen in een Europese context', concludeert Noor daarin. Ze promoveert 15 februari op haar onderzoek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Artikel
Religie

1. Wat was de aanleiding voor het onderwerp van je proefschrift?
‘Mijn masterscriptie ging over de invloed van historische moslimvrouwen op hedendaagse moslimvrouwen. Daardoor raakte ik geïnteresseerd in de interactie tussen bekeerde en geboren moslimvrouwen. Hoe gaan zij om met de verschillen in religieuze opvattingen en het praktiseren van de religie? In welke thema’s doen deze verschillen zich voor en waarom zijn deze verschillen er, waar heeft dat mee te maken? Waarom lijkt het bijvoorbeeld dat bekeerlingen sneller een hoofddoek opdoen en het geloof sneller op een striktere manier praktiseren? Het antwoord was hiervoor te vinden in het feit dat bekeerlingen een bewuste keuze maken voor de religie. Ze willen zich hierbij zo snel mogelijk een moslimidentiteit eigen maken. Geboren moslims ervaren hun religie dan ook meer als een langzamere en stabielere ontwikkeling waarbij ze meer ruimte willen voor religieuze groei.'

2. Wat zijn naar jouw mening de belangrijkste bevindingen uit je onderzoek?
‘Een van de belangrijkste bevindingen is dat ik heb aangetoond dat moslimvrouwen op hun eigen manier, binnen hun eigen context aan het emanciperen zijn met behoud van hun religieuze identiteit.

Godsdienst is voor hen een sterke motor waar ze kracht uit putten.

Godsdienst is voor hen een sterke motor waar ze kracht uit putten. Ze nemen bijvoorbeeld deel aan vrouwengroepen of religieuze activiteiten en bijeenkomsten. Dit vergroot hun bewegingsvrijheid en heeft een impact op hun maatschappelijke positie. Ze zijn namelijk op zoek naar vormen van burgerschap. Ze stellen zichzelf vragen als: hoe ga ik om met opmerkingen over mijn hoofddoek of hoe profileer ik mij op de werkplek? Ze zoeken een weg om zo goed mogelijk moslim en zo goed mogelijk burger te zijn. Ze willen hierbij een bijdrage leveren aan de samenleving en burgerschap ontwikkelen. Door het maken van deze emancipatorische bewegingen hebben hun bijeenkomsten ook een sociaal karakter.’

 

Meer weten?
Lees meer bevindingen uit het onderzoek in het proefschrift.

 

3. Hoe zouden deze vrouwen ondersteund kunnen worden bij hun sociale activiteiten?
‘Door de scheiding van kerk en staat krijgen deze vrouwengroepen geen subsidies vanuit gemeenten of de Rijksoverheid. Aangezien het groepen zijn met een religieuze insteek, worden ze ook als zodanig gezien en krijgen ze geen geld.

Als je de maatschappelijke activiteiten centraal stelt, staat de subsidiegever open voor financiering

Dit is spijtig omdat deze vrouwen goed te bereiken zijn via deze weg. Als je de maatschappelijke activiteiten centraal stelt, staat de subsidiegever open voor financiering. Mijn advies is dan ook om oog te houden voor de vraag vanuit deze vrouwengroepen.’

 

4. Zijn er voorbeelden van activiteiten van vrouwengroepen die emancipatie en burgerschap van moslims hebben vergroot?
‘Om dit te beantwoorden trek ik een vergelijking met christelijke vrouwengroepen uit de jaren tachtig. Deze vrouwen zijn op verschillende manieren aan de slag gegaan met hun participatie in de samenleving. Ook hier was, net als in mijn onderzoek, wat mannelijk verzet tegen. Toch wilden ook deze vrouwen emanciperen, op hun eigen manier en met het behoud van hun tradities en religieuze waarden. Ondank dat het langzaam ging was het wel effectief, denk maar aan het verkrijgen van kiesrecht en een gelijke toegang tot de arbeidsmarkt. De vrouwenbewegingen van die tijd kwamen ook vanuit een godsdienstige hoek en werden, net als de vrouwen in mijn onderzoek, gemotiveerd vanuit hun religieuze achtergrond.’